Een coöperatieve suikerfabriek in een overvolle markt, gedoemd?

bietencoöperatie
26 oktober 2018
Producenten coöperaties

“Je zet productie neer in een markt die al overvol is. Om succesvol te zijn, is er heel wat nodig: positie veroveren in de markt, afzet opbouwen. Het is een heel uitdagend initiatief, maar de coöperatieve kracht kan heel sterk zijn.” Dirk de Lugt, teler-lid en voorzitter van de succesvolle Nederlandse suikerbietencoöperatie Cosun werpt zijn blik op de plannen in België in een gesprek met Landbouwleven.be

Dirk de Lugt is voorzitter van suikerbietencoöperatie Cosun, die de Nederlandse bietentelers een prijs betaalt waar de Belgische alleen maar van kunnen dromen. Dat neemt niet weg dat ook zij de gevolgen van het opheffen van de suikerquota voelen. Door differentiatie en diversificatie kunnen de leden-akkerbouwers zich een beetje beschermen. Bovendien hebben ze zelf een intern quotasysteem om de producties beter af te stemmen op de vraag. De prijzen zullen wel sowieso volatieler zijn in vergelijking met het verleden.

Landbouwleven vroeg hem wat hij vindt van de oprichting van de nieuwe coöperatieve suikerfabriek in Seneffe?

“Ja, dat is wat hè? Ik begrijp heel goed waarom de bietentelers in België dit initiatief nemen. Ze zijn natuurlijk getergd door onderhandelingen die niet in tevredenheid zijn geëindigd, met een te lage prijs voor de productie van bieten. De eerste coöperatieve suikerfabriek in Nederland, Suiker Unie, is ook zo opgericht, 120 jaar geleden, toen de private fabrieken de Nederlandse bietentelers veel te weinig uitbetaalden.”

Maar?

“Maar het is heel complex. Het gaat om een enorme investering. Je zet productie neer in een markt die al overvol is. Om de coöperatieve gedachte tot een succes te maken is er heel wat nodig. Je moet een positie veroveren in de markt, je moet je afzet opbouwen. De concurrentie zal het je alvast niet makkelijk maken. Het is een heel uitdagend initiatief, maar ik begrijp de keuze heel goed. En de coöperatieve kracht kan heel sterk zijn. Als je de relatie tussen boeren, fabriek en industrie zo sterk mogelijk maakt, dan kun je grote stappen vooruit zetten.”