Waarom platforms van coöperatieve kleintjes vaak verliezen van de grote

17 mei 2019
Ondernemingen coöperaties

Door samen te werken via coöperatieve platformen kan een groep bedrijven samen sterk staan. Toch beperken de leden vaak de ruimte van hun eigen coöperatieve platform om te groeien, de functies uit te breiden en verder te evolueren. Op langere termijn brengt dit de (concurrentie)positie van het platform in gevaar. Dan verliezen coöperatieve platformen het van de grote commerciële platformen. Maar het kan ook anders zo laten Funda en FloraHolland zien.

Met internet zijn er nieuwe manieren bijgekomen voor individuele burgers en ondernemers om zich via coöperatieve platforms te organiseren, vaak aangeduid als deeleconomie. Deze platformen bieden bij uitstek de mogelijkheid om een marktplaats te organiseren waar vraag en aanbod elkaar kan vinden.

Coöperatieve platformen kunnen een alternatief zijn voor de platformen van grote tech-bedrijven, dat de belangen van de producenten meer dient, bijvoorbeeld met lage tarieven, standaarden en infrastructuren die van de leden zijn. De coöperatieve platformen hebben een gunstige uitgangspositie doordat de leden die de coöperatie oprichten, de eerste gebruikers zijn, die het platform een belangrijke impuls kunnen geven (elk platform moet immers eerst een dood punt, een kip-of-ei-probleem overwinnen). De leden hebben een gunstige positie omdat ze enige inspraak hebben in de koers van het platform en via het platform voeling kunnen houden met de snelle nieuwe ontwikkelingen, wat individueel vrijwel onmogelijk is.

Willen platform-coöperaties de concurrentie aan (blijven) kunnen dan moeten ze kunnen blijven innoveren en groeien, net als de grote platformen dat doen. Die innovaties kunnen groot en ingrijpend zijn, zeker in markten die nog voortdurend in ontwikkeling zijn en door digitalisering worden getransformeerd.

Voor de langere termijn moeten de coöperatieve platformen van hun leden voldoende ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Dat kan zelfs betekenen dat het platform zich moet openstellen voor niet-leden en dat het zich moet kunnen ontwikkelen tot ver buiten de eigen sector, het eigen land of de oorspronkelijke scope. Het ontwikkelen van zo’n koers is niet gemakkelijk en gaat niet zonder discussie, maar het kan, zo laten Funda en FloraHolland zien. Zo hebben de leden van de platform co-ops voor een deel hun eigen toekomst in handen.