‘Zorg dat experten het platform niet gaan domineren’
Steeds meer coöperaties verkennen hoe ze via nieuwe digitale kanalen vennoten/coöperanten kunnen laten participeren in hun besluitvormingsprocessen.
In het kader van hun masterthesis onderzochten Kaat Bonneu en Brent Lemmens (studenten Master in het Management aan de KU Leuven) in 2023 de mogelijke invloed van een digitaal participatieplatform op de ledenbetrokkenheid. Specifiek in hernieuwbare energiecoöperaties, internationaal bekend als REScoops.
De masterthesis omvat een casestudy van Ecopower, de grootste coöperatie inzake hernieuwbare energie in Vlaanderen.
Ecopower doet reeds verscheidene inspanningen om de betrokkenheid van hun coöperanten te verhogen, onder meer via ‘energiecafés’ waarbij de coöperanten op een laagdrempelige manier input kunnen geven in het reilen en zeilen van de coöperatie. Daarnaast rijst de vraag bij Ecopower (zoals vermoedelijk bij heel wat coöperaties) in hoever een digitaal platform bepaalde aspecten van ledenbetrokkenheid kan vormgeven, en mogelijks een segment van coöperanten kan aanspreken die tot nu toe minder de weg vinden naar klassieke participatiekanalen zoals de Algemene Vergadering.
Vanuit de uitgebreide literatuurstudie gecombineerd met 15 interviews met verschillende stakeholders wordt duidelijk welke vier functies een digitaal platform kan vervullen voor coöperanten. Deze vier functies zijn (1) informatie, (2) consultatie, (3) participatie en (4) motivatie.
De figuur hiernaast bevat een overzicht van deze vier functies en hun mogelijke praktische vertalingen, die hieronder meer in detail worden beschreven. Daarbij kunnen de eerste drie functies ook gezien worden als drie niveaus van participatie (Arnstein, 1969 en Marchington et al., 1992).
Naast de positieve aspecten van een digitaal platform als medium voor participatie, die duidelijk worden aan de hand van de beschreven drie participatieniveaus en de motivatiefunctie, kunnen er ook enkele vraagtekens geplaatst worden.
De grootste bezorgdheid van de respondenten van deze studie betreft de representativiteit van coöperanten op het platform. Een Europese REScoop die al gebruik maakt van een digitaal platform ziet dat vooral coöperanten met een hogere socio-economische achtergrond, met bepaalde voorkennis of uitgesproken interesse in (hernieuwbare) energie actief zijn op het platform. Dit kan ertoe leiden dat het platform een ‘experten’-forum wordt en stemmen van ‘gewone’ coöperanten minder gehoord worden.
Daarnaast houdt de introductie van een digitaal platform ook een trage leercurve in, zowel voor de coöperanten van de coöperatie als voor de coöperatie en haar medewerkers zelf. Naast extra financiële middelen voorzien door de coöperatie, kost het dus initieel heel wat tijd voor zowel medewerkers als coöperanten om het platform te leren gebruiken.
Ook het onderhoud van het platform (aanvullen van informatie, modereren van groepen, opzetten van projecten of subthema’s,…) vraagt een niet te onderschatten investering aan tijd en middelen van de coöperatie. Ten slotte moet er een werkbaar evenwicht gevonden worden tussen het aanbod van digitale én face-to-face kanalen en activiteiten waarbij de coöperanten hun stem kunnen laten horen.
Deze masterthesis werd begeleid door prof. Frédéric Dufays en doctoraatsonderzoeker Stefanie Friedel van het KCO (Kenniscentrum Coöperatief Ondernemen) van de KU Leuven.
Een meer uitgebreide samenvatting van het thesisonderzoek in het Engels werd gepubliceerd op de blog van het KCO (Kenniscentrum Coöperatief Ondernemen, KU Leuven).
Voor meer informatie over dit onderwerp, en wetenschappelijk onderzoek naar coöperaties algemeen, kan u terecht bij prof. Frédéric Dufays en doctoraatsonderzoeker Stefanie Friedel van het KCO via kco@kuleuven.be.