Toereikend vermogen in coöperaties: wat moet je doen?

In het vroegere wetboek, W. Venn, had je het concept ‘kapitaal’. Bij een cvba moest je dan het ‘vast gedeelte van het maatschappelijke’ kapitaal bepalen. Dit was een soort ‘financiële ondergrens’ die je steeds moest aanhouden als coöperatie. Het diende als buffer voor schuldeisers, in ruil voor de beperkte aansprakelijkheid die je genoot bij de cvba. Die ondergrens werd vaak bepaald door het wettelijk minimum, nl. 18.600 euro. Maar ook toen moest je rekening houden met je financieel plan/beleid. Nu is dat echter nog veel meer van tel.

In het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen is dit concept ‘kapitaal’ nl. verdwenen. We spreken nu over een ‘toereikend aanvangsvermogen’ bij de start of over ‘toereikend vermogen’ daarna.

Wat zijn de grote verschillen?

  1. Vroeger keken we enkel naar de ‘aandelen’ die het kapitaal vormden. Die aandelen noemen we nu ‘inbrengen’, in geld, natura of nijverheid. Maar het vermogen kan uiteraard ook op andere manieren aangevuld worden om toereikend te zijn: via leningen of andere.
  2. Er is niet langer een wettelijk vastgelegd minimumbedrag om te bepalen wat een toereikend vermogen is. Het zijn de oprichters die de verantwoordelijkheid hebben om het toereikend aanvangsvermogen te bepalen ‘in het licht van de voorgenomen bedrijvigheid’ (art 6:4). Daarom is het financieel plan zo belangrijk, ook in functie van de oprichtersaansprakelijkheid. Het concept ‘minimumkapitaal’ is nu vervangen door het concept ‘verantwoordelijkheid’.
  3. Daarna ligt de verantwoordelijkheid voor het behoud van een toereikend vermogen bij zowel de Algemene Vergadering als bij de bestuurders.

De wetgever bouwde garanties in om voldoende vermogen in de vennootschap te laten. Om het vermogen in stand te houden en niet uit te keren aan de vennoten via dividend of scheidingsaandeel. Dat gebeurt via de zogenoemde ‘dubbele uitkeringstest’. Het is belangrijk dat deze uitgevoerd worden vooraleer er kan overgegaan worden een dergelijke uitkering.

1. De netto-actief test of balanstest (art 6:115)

  • Dit houdt in dat je niet kan uitkeren wanneer:
    • het nettoactief van de vennootschap negatief is
    • of zou worden door de uitkering
    • of zou dalen onder het onbeschikbare deel van het Eigen Vermogen
  • Weet dat bij cvba’s (dus opgericht voor 1 mei 2019) het ‘vast gedeelte van het maatschappelijk kapitaal’ en de ‘wettelijke reserves’ op 1 januari 2020 van rechtswege zijn omgezet naar een statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening.
  • Hoe bereken je het nettoactief? Het wetboek bepaald duidelijk wat dit is: ‘het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en behoudens in uitzonderingsgevallen, te vermelden en te motiveren in de toelichting bij de jaarrekening, de nog niet afgeschreven bedragen van de oprichtings- en uitbreidingskosten en de kosten voor onderzoek en ontwikkeling.’
  • Op basis van welke cijfers? De laatste goedkeurde jaarrekening OF meer recente cijfers. Heb je een benoemde commissaris dan beoordeelt hij die staat en voegt het toe bij zijn jaarlijks controleverslag.
  • De formele verantwoordelijkheid van de nettoactieftest ligt bij de Algemene Vergadering.

2. De ‘liquiditeitstest’ (art 6:116)

  • Dit houdt in dat je pas mag uitkeren wanneer je hebt vastgesteld dat je coöperatieve vennootschap ‘volgens de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering.’
  • De wetgever bepaalt verder niet hoe dit precies moet berekend of vastgesteld worden. Het bekijken van de liquiditeitsratio(‘s) lijkt een minimum.
  • De formele verantwoordelijkheid van de liquiditeitstest ligt bij de Raad van Bestuur
  • De Raad van Bestuur verantwoordt haar besluit in een verslag, dat niet moet worden neergelegd. Is er een commissaris benoemd dan controleert hij de correctheid van de gegevens die gebruikt werden om de testen uit te voeren en voegt het toe aan zijn controleverslag.

Uitkeringen die in strijd zijn met deze testen, zowel ter kwade als goede trouw, kunnen teruggevorderd worden. Daarop is geen interest verschuldigd. Bovendien kan je ook als bestuurder aansprakelijk worden gesteld voor schade die hierdoor werd veroorzaakt.

Afbeelding (copyright Cera, dienstverlening coöperatief ondernemen)

Advies aanvragen?

Ben je actief in een coöperatie die advies kan gebruiken? Of wil je een coöperatie opstarten? Cera kan je helpen.