Standpunt van de NRC inzake hervorming van het vennootschapsrecht

wetboek algemeen
22 november 2017
Alle coöperaties

Hoewel de NRC sinds 2015 niet meer officieel geraadpleegd werd, volgde de raad altijd aandachtig de ontwikkeling van het ontwerp van de hervorming van het vennootschapsrecht, gedragen door minister Geens. In dat kader nam de NRC enkele initiatieven.
En recent, kwam het Bureau van de NRC tot een consensus.
De Commissie Wetgeving en het Bureau van de Nationale Raad voor de Cooperatie (NRC) hebben zich de afgelopen periode gebogen over ontwerpteksten in verband met bovenstaand onderwerp. Hierbij betrof het de versie die aan de leden van bovenvermelde structuren ter beschikking werd gesteld in juli 2017.
De eerste bijeenkomst vond plaats op 14 juli in aanwezigheid van o.m. mevr. Filiz Korkmazer en de heer Karel Marchand. Vervolgens waren er verschillende vergaderingen en enkele informele afstemmingen bij de NRC. Bij deze hebben we de eer u het standpunt mee te delen van het Bureau van de NRC, zoals bepaald in haar vergadering van 20 oktober 2017.

 

Het Bureau van de NRC:
  • herinnert aan het 'Standpunt' van de Nationale Raad voor de Coöperatie inzake de voorgenomen hervorming van het Belgisch Vennootschapsrecht' (media 2015) en in het bijzonder aan de krachtlijnen vervat in dit 'Standpunt':
    • De coöperatieve sector dient te beschikken over en verdient een volwaardige eigen rechtsvorm;
    • Het behoud van een afzonderlijke rechtsvorm vereist een adequate wettelijke invulling van de coöperatieve eigenheid;
    • Coöperatieve vennootschappen die beantwoorden aan de (geactualiseerde) erkenningscriteria komen verder in aanmerking voor erkenning voor de NRC;
    • De NRC dringt aan op een werkzaam overgangsrecht, zonder onnodige kosten voor de sector en met de nodige aandacht voor verwijzingen naar de coöperatieve structuur in andere wetgevingen. 
  • stelt met genoegen vast dat, in lijn met dit standpunt van de NRC en met de krachtlijnen van de nota 'Een modern Wetboek van Vennootschappen en verenigingen' dd. 2 oktober 2015 van het Belgisch Centrum voor vennootschapsrecht, een afzonderlijk boek gewijd wordt aan de coöperatieve vennootschap, nl. Boek 6; 
  • vraagt bijzondere aandacht voor de specificiteit van 'Boek 6' en de consistentie van dit Boek 6 met andere Boeken, zodat zij voldoende uiting geven aan de coöperatieve eigenheid, diversiteit en dynamiek. De coöperatieve vennootschap kan inderdaad niet tot een modaliteit van de BVBA gereduceerd warden. Het behoud van een afzonderlijke rechtsvorm vereist een adequate wettelijke invulling van de coöperatieve eigenheid. Vanuit een internationale context werd deze eigenheid samengevat in de 7 coöperatieve beginselen, zoals verwoord door de ICA (International Co-operative Alliance).

In dit verband verzoekt het Bureau van de NRC om bijzondere aandacht voor volgende punten: 

  • Een expliciete verwijzing naar de 7 coöperatieve principes zoals vastgelegd door de Internationale Coöperatieve Alliantie;
  • Een verduidelijking van de coöperatieve rechtsvorm, zodat de definitie van de coöperatieve vennootschap de diversiteit van de coöperaties in België dekt, in het bijzonder de coöperaties van de tweede graad en bepaalde coöperatieve burgerinitiatieven.

Het Bureau van de NRC wijst verder op het belang van het behoud van de erkenning voor de Nationale Raad voor de Coöperatie in het licht van de andere regionale, federale en internationale regelgeving (in het bijzonder de regulatoire en prudentiele aspecten voor financiële instellingen en van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid).

Tot slot begrijpt het Bureau dat de voorgestelde regeling niet verhindert dat werknemers van een coöperatieve vennootschap tevens de hoedanigheid van bestuurder van deze vennootschap kunnen bekleden, weze het dat hun optreden als bestuurder niet kadert binnen de uitoefening van hun arbeidsovereenkomst met de vennootschap.

De Commissie Wetgeving van de NRC zal de voorgaande punten verder opvolgen.

De Nationale Raad voor de Coöperatie wil graag verder samenwerken in een constructieve sfeer, zodat de hervorming van de Vennootschapswetgeving in het algemeen en Boek 6 in het bijzonder de dynamiek van het coöperatief ondernemen verder kan ondersteunen. Wij kijken er dan ook naar uit om voorgaand standpunt persoonlijk te komen toelichten.