Energiecoöperaties hebben competitief aanbod, maar klein marktaandeel

energy transition coop
28 november 2018
Consumenten(2.0)- en burgercoöperaties

Niettegenstaande de stelselmatige toename van het marktaandeel van de coöperatieve vennootschappen blijft hun aandeel van ongeveer 59.000 toegangspunten (waarvan 75% door Ecopower) beperkt tot 0,94% van het totale aantal toegangspunten in België. 92,17% van deze toegangspunten liggen in Vlaanderen, 5,37% in Wallonië en 2,46% in Brussel. Vlaanderen telt tevens het hoogst aantal actieve coöperatieve vennootschappen (4) met levering van elektriciteit (Wallonië: 2 en Brussel: 1).

De CREG definieert drie types van coöperatieve vennootschappen die elektriciteit leveren:

 

  1. Coöperatieve vennootschappen die elektriciteit produceren en verkopen aan hun vennoten. Hierbij heeft de coöperatieve vennootschap de elektriciteitsproductiemiddelen in eigendom en wendt deze aan om elektriciteit te leveren aan haar vennoten. Dit type coöperatieve vennootschap sluit het meest aan bij de historische coöperatieve gedachte waarbij een aantal leden middelen verzamelen om rechtstreeks te investeren in een project van hernieuwbare energie, die vervolgens aan de leden wordt verkocht. Ecopower is hiervan het enige voorbeeld.
  2. Coöperatieve vennootschappen die aan hun vennoten elektriciteit verkopen geproduceerd door een (verbonden) vennootschap. Deze vorm van coöperatie van elektriciteitslevering betreft coöperatieve vennootschappen die elektriciteit leveren die aangekocht wordt bij andere vennootschappen die verbonden ondernemingen of geassocieerde vennootschappen kunnen zijn. Wase Wind is hiervan een voorbeeld.
  3. Vennootschappen die elektriciteit verkopen aan vennoten van een coöperatieve vennootschap en, mits meerprijs, aan klanten die geen vennoot zijn van de coöperatieve vennootschap. De afnemer heeft de mogelijkheid om een aandeel te nemen in een coöperatieve vennootschap en zo te genieten van een verminderde prijs voor de geleverde energie. De directe levering van elektriciteit gebeurt niet door de coöperatieve vennootschap aan de klanten. Hieronder vallen Energie 2030, Aspiravi, Cociter en Lampiris.

Het prijzenbeleid en productaanbod van de coöperatieve vennootschappen is divers. Er is enerzijds één coöperatieve vennootschap wiens productaanbod zich beperkt tot één product met een all-in tarief en zonder onderscheid tussen dag- en nachttarief. Anderzijds bieden andere coöperatieven zowel producten aan met een vaste als een variabele energieprijs en wordt wel een onderscheid tussen dag- en nachttarief (en exclusief nachttarief) gemaakt.

Het aanbod van sommige coöperaties, vooral in Vlaanderen, is zeer competitief en vaak zelfs het goedkoopste aanbod op de markt.

De coöperatieve vennootschappen scoren goed bij een laag verbruik mede omwille van geen of een beperkte vaste vergoeding. Hierdoor bepalen enkel de variabele kosten de totale kostprijs. Deze prijszetting, die een laag verbruik stimuleert, past in de filosofie van een rationeel energiegebruik die coöperatieve vennootschappen vaak ook willen bewerkstelligen.