Werkerscoöperaties, ondernemingen waar de mensen die er werken de aandeelhouders zijn, zijn voor sommigen een utopie. Toch is dit net een van de remedies bij de sociaaleconomische heropbouw van het Noord-Engels stadje Preston.
Sinds de jaren 80 was deze industriestad in verval door het sluiten van fabrieken en de daaropvolgende leegloop. De financiële crisis van 2008 raakte hen nog harder dan andere Engelse regio’s. Het was een dieptepunt.
Toch werd Preston in 2018 door het accountantsbureau PricewaterhouseCoopers uitgeroepen tot een van de snelst verbeterde en aantrekkelijkste steden in het Verenigd Koninkrijk.
Hoe doen ze dat?
In plaats van op externe hulp en investeringen te wachten, namen ze het heft in eigen handen. Samen ontwikkelden ze het Preston Model, dat bestaat uit twee pijlers: geld vasthouden in de lokale economie en het alternatieve economische systeem van ‘coöperativisme’. Met het Preston Co-operative Development Network stimuleren ze de oprichting en werking van werkerscoöperaties, in eerste instantie in de horeca en techsector. Dat idee haalden ze in Mondragon, een koepel van wel 100 werkerscoöperaties.
Essentieel in dat model is creativiteit en innovatie.
‘Het verschil tussen herstelprogramma’s van de overheid en het Preston Model is dat dat een beroep doet op de creativiteit van de inwoner.’
Niet voor niets gaat de ambitie in Preston verder dan enkele coöperaties. Op termijn willen ze dat de meerderheid van de banen coöperatief zal zijn.
Bron: vn.nl