Burgercoöperaties als nieuwe spelers op de productiemarkt

01 september 2020
Producenten coöperaties

Burgers nemen zelf initiatief en richten zelf een bedrijf op, vaak onder de vorm van een coöperatieve vennootschap. De coöperatie vult die verwachting in die markt of overheid niet meer of nog niet invullen. Hun samenwerking is doelgedreven.

Men verwacht in de toekomst nog meer van dit soort initiatieven. Burgers pakken het hef in eigen handen, zoeken zielsgenoten en produceren samen die goederen of diensten die zij willen, op de manier zoals zij het willen. De burger wordt producent. Men spreekt van prosument.


Van consument naar producent

De voorbije jaren zien we hoe de burger zich ontpopt van consument naar producent. Je ziet dat gebeuren in de productie van hernieuwbare energie, waar burgers zich groeperen in burgercoöperaties en samen een windturbine, een zonnepark of andere bronnen van energie-productie opstarten. Men spreekt in Vlaanderen van Rescoops.

Een ander voorbeeld is daar waar burgers, bij gebrek aan een winkel in hun dorp, de krachten bundelen en samen een winkel opstarten. Die winkel wordt snel de lang gemiste ontmoetingsplaats waardoor de winkel vaak aangevuld wordt met een koffiehoek, deelboekenkast, … Vooral in het buitenland vind je sterke voorbeelden waar het Dorv-concept in Duitsland het verst gaat. Een Dorv is naast winkel en ontmoetingsplaats ook de plaats waar wekelijks een dokter of verpleger langskomt, waar culturele activiteiten en vormingsmomenten georganiseerd worden en waar het dorpspunt het knooppunt vormt voor mobiliteitsoplossingen.

In Vlaanderen zijn er al meerdere initiatieven waar burgers samen een wagenpark van elektrische wagens beheren. Op die manier geven ze zelf vorm aan een bedrijf dat zorgt voor de deelwagen die oog heeft voor de klimaatproblematiek. Deelwagens doen je nadenken over je wagengebruik. Je rijdt minder kilometers. Kies je in zo’n coöperatie voor een elektrisch wagenpark, dan zorg je dat de gereden kilometers zo groen mogelijk zijn.

Boer worden: niet langer van vader op zoon

Tot 10 jaar geleden waren de landbouwers die van buiten de sector in de landbouwsector stapten echte witte raven. De voorbije jaren zie je echter meer en meer mensen die zonder familiale voorgeschiedenis, een landbouwbedrijf opstarten. We zien ze als CSA-boer of stadslandbouwer hun producten op de markt brengen. Boer worden zonder boerenzoon te zijn. Dit is historisch, nooit gezien. Meestal gaan deze nieuwe boeren van start als individuele ondernemer, vaak met duidelijke afzetkanalen voor ogen.

Maar je ziet ook voorbeelden waar burgers zich groeperen om zelf hun voedsel te produceren op de manier die aansluit bij de voedselconsumptie waar ze de voorkeur aan geven. Pomona in Verrebroek is een coöperatie van burgers uit de buurt die in samenwerking met een landbouwer kiezen voor een voedselproductie die verder wil gaan dan het biologisch keurmerk. Herenboeren in Nederland is een concept waarin een 200tal gezinnen samen een coöperatie vormen die een landbouwvennootschap wordt. Ze nemen een boer in dienst die produceert zoals de leden-coöperanten vastleggen.

Anne-Marie Vangeenberghe, Innovatieconsulent Coöperatief ondernemen