Producenten kunnen voordeel halen uit meer samenwerking

05 augustus 2022
Producenten coöperaties

Hoe kunnen samenwerkingen, om onder meer vat te krijgen op de marktrisico’s en een betere onderhandelingspositie af te dwingen, zorgen voor een stabieler inkomen voor een volatiele sector zoals die van fruittelers? Met die onderzoeksvraag ging Eewoud Lievens (KU Leuven) aan de slag voor zijn doctoraat. De sleutel ligt vaak in het opgeven van een stukje autonomie.

Bron: vilt.be


De hardfruitsector zit reeds verschillende jaren in zwaar weer.

Tegen de achtergrond van deze uitdaging(en) onderzocht Eewoud Lievens in zijn doctoraat aan de KU Leuven hoe een sterkere coördinatie in de sector kan bijdragen tot een hoger en meer stabiel inkomen voor fruittelers. Het beleid omtrent producentenorganisaties en oneerlijke handelspraktijken toont immers aan dat de Europese Unie vooral hierin oplossingen ziet om telers van een goed inkomen te verzekeren.

Zijn drie voornaamste bevindingen:

  1. Telers maken weinig gebruik van bestaande oplossingen voor marktrisico’s
    Zo is het aantal telers dat vrijwillig deelneemt aan poolverkoop (waarbij het fruit van alle telers gecentraliseerd en op de markt wordt aangeboden, om een gemiddelde prijs, verspreid over het hele jaar te bedingen) die coöperaties organiseren iets groter dan bijv. stamverkoop, maar nog steeds klein. Nochtans bieden ook pools bescherming tegen onverwachte prijsveranderingen.
    Waarom telers niet enthousiast zijn over deze systemen is niet duidelijk.
    “Eén verklaring is dat telers het bewaren, verpakken en sorteren liever zelf doen dan het aan handelaars of de coöperatie over te laten, wat stamverkoop uitsluit”, duidt Lievens. Een andere verklaring is dat telers speculeren op prijsschommelingen doorheen het jaar. Dat is niet mogelijk wanneer telers deelnemen aan stamverkoop of aan pools. “In het geval van pools is het de coöperatie die kiest wanneer fruit verkocht wordt, in plaats van de teler zelf.”
  2. Coöperaties, die gecreëerd zijn om de onderhandelingspositie van telers te versterken, worden geconfronteerd met een grote onzekerheid over het aanbod van hun leden. Zij zijn verplicht het fruit van hun leden te verkopen, maar hebben geen zekerheid over het tijdstip wanneer leden dit zullen brengen en hoe goed het gesorteerd is. Deze onzekerheid creëert hoge transactiekosten.
    Om efficiënter te kunnen werken, zou het voor coöperaties gunstig zijn zekerheid te hebben over de aanvoer van fruit, en om controle te hebben over het sorteringsproces. Er bestaan reeds systemen om die zekerheid in te bouwen: het poolen van prijzen en centrale sortering. Wanneer telers deelnemen aan pools weet de coöperatie langer op voorhand welke aanvoer van fruit op haar af komt. De meeste telers nemen echter niet deel aan pools. Wanneer fruit centraal gesorteerd wordt door de coöperatie of door een beperkt aantal sorteerders in haar opdracht, heeft de coöperatie ook meer zekerheid over de nauwkeurigheid van het sorteringsproces.
    En deelname aan pools impliceert ook dat telers niet meer vrij zijn om het precieze tijdstip van verkoop te bepalen. Ze vertrouwen niet altijd dat de coöperatie in hun plaats de beste beslissingen zal nemen met betrekking tot het tijdstip van verkoop. Het gevoel dat telers te weinig inspraak hebben in het bestuur van de coöperatie weegt ook op hun vertrouwen in het management, en kan de bereidheid om deel te nemen aan pools of centrale sortering beperken”, verklaart Lievens.
  3. Een derde vaststelling is dat clubrassen – vaak opgezet door coöperaties - potentieel hebben als bron van meerwaardecreatie voor telers. Zoals het Departement voor Landbouw en Visserij in 2016 becijferde, is de rendabiliteit van de productie van clubrassen merkelijk beter dan die van vrije rassen.
    Maar, de telers moeten opnieuw een ‘stukje autonomie’ opgeven.