Coop heropent spoorlijn tussen Bordeaux en Lyon

23 juni 2023
Multistakeholders coöperaties

Het is nog maar 3 jaar geleden dat tien enthousiastelingen in een achterafzaaltje besloten dat er ‘iets’ moest gebeuren aan het verdwijnende openbaar vervoer van het Zuid-Franse platteland. Ze wilden hun gebied toegankelijk en leefbaar houden en ook nog eens verduurzamen. Een coöperatieve spoorwegmaatschappij zou de oplossing kunnen zijn, dachten ze.

Europa kent sinds de privatisering van het spoor tal van regionale treinmaatschappijen, maar Railcoop is bijzonder: het is een coöperatie. En dan ook nog eens een zogenaamde Société Coopérative d’Intérêt Collectif (SCIC), een coöperatie voor het algemeen belang. 

Het eerste doel: regionaal vrachtvervoer per spoor tussen Figeac en Toulouse op poten zetten én de passagierstrein tussen Bordeaux en Lyon nieuw leven inblazen. Deze lijn, die dwars door het Zuid-Franse binnenland liep, werd in 2014 door de Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF, de Franse NS) onder luid protest van reizigers en regionale bestuurders opgeheven.

Het tiental ontmoette aanvankelijk vooral scepsis. Goederenvervoer per spoor is een relatief marginaal verschijnsel in Frankrijk. En als het grote SNCF met al haar kennis, ervaring en materieel de verbinding voor passagiers tussen Bordeaux en Lyon niet kon behouden, waarom zou het dat clubje enthousiastelingen dan wel lukken?

“Wij hebben drie verschillende onderzoeken naar de haalbaarheid laten doen. Die tonen allemaal aan dat het uit kan, sterker nog: dat er winst te maken valt.”

De tien lieten zich niet van de wijs brengen, maar zijn 3 jaar later toch verbaasd over hun succes. De coöperatie is een feit en telt maar liefst 13 duizend leden, waaronder tweehonderd bedrijven en instellingen, ruim dertig regionale overheden en duizenden burgers. Misschien nog wel belangrijker dan het aantal leden is dat Railcoop sinds eind vorig jaar een echte trein op het spoor heeft. Voorlopig alleen voor vrachtvervoer, de beoogde passagierstrein is er nog niet.

Bron: milieudefensie.nl