Machines delen in een coöperatie lukt

22 augustus 2025
Producenten coöperaties

Een groot eigen machinepark spreekt voor veel landbouwers tot de verbeelding, maar als die machines 99% van de tijd stilstaan, weet je dat dit niet rendabel is. In Lokeren lossen ze dat probleem op met een machinering en werd er zelfs een coöperatie voor opgericht. Het is een verhaal van samenwerking, vertrouwen en vooral: een goede planning.

In een gesprek met Landbouwleven wegen voorzitter Ben Vermeulen (BV) en huidig secretaris Petra Vermeulen (PV) voordelen af tegenover de nadelen van een ‘machinecoöperatie’. En voor hen lijkt de balans duidelijk positief te zijn.

Wil je lid/coöperant worden, dan verwerf je voor 1.020 euro aandelen. In ruil krijg je toegang tot het machinepark. Ze werken met een online tool, waarbij je een machine in blokken van 3 uur kan reserveren, voor maximaal 2 dagen na elkaar. Betalen doe je per uur of per hectare, afhankelijk van de machine.

Waarom was een coöperatie voor jullie de meest geschikte samenwerkingsvorm?

PDV: Het was eigenlijk de enige mogelijkheid om dit op te zetten. Een groot voordeel is dat je beperkt aansprakelijk bent, dus als het fout zou gaan, kunnen we niet meer verliezen dan onze inleg. We hebben dan samen bepaald welke machines we zouden aankopen en kregen snel meer leden die op de kar wilden springen.

Wie beslist welke machines worden aangekocht?

BV: Dat doen we met het bestuur, maar uiteraard houden we rekening met de noden van onze 43 leden. We zijn gestart met een 7-tal machines. Vandaag hebben we ongeveer 50 machines in ons aanbod. We zijn mee geëvolueerd met de landbouwbedrijven. Onze machines zijn, net als de tractoren die landbouwers hebben, groter en sterker geworden.

BV: Er is veel onderling vertrouwen en respect voor nodig, dat klopt. Maar over het algemeen loopt dat heel vlot, zeker dankzij de handige reservatietool. De meest voorkomende problemen duiken op wanneer er schade is aan een machine. Gaat het over sleet, dan dekt de machinering de kosten. Is er een breuk door toedoen van de landbouwer, dan is dit voor eigen rekening. Het wordt dus pas een probleem wanneer er schade is die niet gemeld wordt. Gelukkig komt dat niet zo vaak voor.

BV: Nee, we keren geen dividend uit. Wanneer onze coöperatie het financieel goed doet, investeren we die middelen in nieuwe machines. Indien mogelijk kopen we ze dan aan zonder te gaan lenen. Zo komt dit toch ten goede aan de leden. De meeste machines houden we zo lang mogelijk aan, maar wat intens gebruikt wordt, zoals grondbewerkings- en graslandmachines, vervangen we sneller.

Wat is het grote voordeel aan een machinering? Zijn loonwerkprijzen vandaag de dag niet interessanter?

BV: Voor bepaalde werkzaamheden is het interessant om een loonwerker te bellen, zoals oogstwerkzaamheden. Maar voor andere taken gaan landbouwers het liefst zelf aan de slag. Wat je zelf doet, doe je beter. Ook op een loonwerker moet je vaak wachten, omdat er anderen voor je in de rij staan. We streven ernaar dat je met onze machinering aan een interessanter tarief kan werken dan wanneer je de loonwerker zou bellen, want uiteraard moet je je eigen werkuren ook in rekening brengen. 

Wat zijn de grootste uitdagingen voor jullie coöperatie?

BV: Sinds Europa de voorwaarden voor premies heeft verstrengd tot enkel actieve landbouwers, is het voor ons als coöperatie ook veel moeilijker geworden om VLIF-steun te krijgen. We hebben immers heel wat landbouwers in bijberoep en landbouwers die van een pensioen genieten in ons ledenbestand. Om onze kansen binnen het VLIF te doen stijgen, zouden we afscheid moeten nemen van de helft van onze leden en dat willen we uiteraard niet doen. We rekenen er dus voorlopig niet op om Europese steun te krijgen, maar dat is een bittere pil.