Op 21 maart 2025 verdedigde Benjamin Smet het vijfde KCO doctoraat met als titel 'Organizational form and agency conflicts in the insurance industry: mutual versus stock insurers'. Hij werkte hieraan tijdens de coronapandemie onder supervisie van professoren Frederiek Schoubben en Cynthia Van Hulle met ondersteuning door Bert D'Espallier en Frédéric Dufays.
Hieronder een samenvatting van het proefschrift dat de financiële soliditeit van beursgenoteerde en onderlinge verzekeraars heeft vergeleken.
De verzekeringsmarkt wordt wereldwijd gedomineerd door twee organisatievormen: de stock en mutual vorm. De structuur van de laatste groep waarbij de polishouders eigenaar zijn van de organisatie, heeft een belangrijke implicatie op de ‘agency’ structuur. Waar er in traditionele verzekeraars conflicten kunnen ontstaan tussen de aandeelhouders en de polishouders van het bedrijf, is dat bij mutual verzekeraars door de grote overlap tussen deze groepen veel minder het geval. In een stock verzekeraar hebben polishouders namelijk minder incentives om hun risicoprofiel te beperken (bv. minder voorzichtig met de wagen rijden omdat eventuele schade gedekt is) of kunnen aandeelhouders meer risico nemen met het bedrijf om de winstgevendheid te vergroten ten koste van de polishouders. Aan de andere kant, gaat dit voordeel voor mutual verzekeraars ten koste van een meer uitgesproken conflict tussen de eigenaars/polishouders en het management. Dit komt door de minder efficiënte controle op het management, voornamelijk door het ontbreken van bepaalde disciplinerende marktmechanismen.
"In mijn doctoraatsonderzoek bestudeer ik de invloed van deze twee verschillen op de cash policy en financiële gezondheid van verzekeraars. Door gebruik te maken van verschillende business modellen en de culturele context, probeer ik nieuwe inzichten te verschaffen in hoe mutual verzekeraars verschillen van hun stock tegenhangers. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat mutual verzekeraars over het algemeen financieel gezonder zijn in vergelijking met stock verzekeraars en dat deze verschillen voornamelijk gedreven worden door verschillen in risicovol gedrag door de managers in beide organisatievormen. Verder toon ik aan dat deze verschillen sterk afhankelijk zijn van de culturele en business omgevingen waarin de respectievelijke verzekeraars opereren. Zo doen mutual verzekeraars het relatief beter in omgevingen waar contracten een langere maturiteit hebben, maar minder goed in omgevingen waar meer beslissingsvrijheid voor managers belangrijk is voor een goed functioneren. Daarnaast tonen de resultaten dat mutual verzekeraars minder cash aanhouden ten opzichte van stock verzekeraars en dat deze verschillen voornamelijk gedreven worden doordat mutual verzekeraars minder cash reserve nodig hebben in anticipatie op meer risicovol gedrag door de polishouders."
Aanbevelingen:
Bron: Benjamin Smet - KCO — Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen