‘De tentoonstelling focust op de boeiende geschiedenis van koffie en het leven van de producenten. Dankzij microkredieten kunnen familiale koffieboeren investeren in hun bedrijven. Cera richtte hiervoor met BRS en KBC een eigen investeringscoöperatie op.’
Koffie maakt zozeer deel uit van ons dagelijks leven, dat we zelden stilstaan bij de wereldreis die aan ons kopje troost voorafgaat. Hoe komt het toch dat je deze aromatische drank niet meer uit de Belgische huiskamer weg kan denken? Hoe zorgt Cera met BRS ervoor dat de koffieboeren in het Zuiden ook genieten van de warmte die koffie ons schenkt? En waarom moet je absoluut het Snijders&Rockoxhuis aandoen tijdens de Cera-Zuidreis? We vroegen het aan conservator Hildegard Van de Velde, die ons meteen overtuigde.
Waarover gaat de koffie-expo in het Snijders&Rockoxhuis?
‘De tentoonstelling focust op de boeiende geschiedenis van koffie, maar ook op het leven van de producenten en de mooie rol die Cera hierin speelt. Dankzij microkredieten kunnen familiale koffieboeren investeren in hun bedrijven en bijvoorbeeld kwalitatieve zaden, meststoffen en materialen aankopen. Cera richtte hiervoor met BRS en KBC een eigen investeringscoöperatie op. Deze leent geld aan financiële organisaties in het Zuiden, zoals Pilarh in Honduras, die heel wat koffieboeren als klant heeft. Daarnaast focust Cera in haar aanbod op fairtrade en duurzaamheid. De koffie die Cera aanbiedt is altijd fairtrade, zodat producenten er meer aan overhouden. Tijdens de koffie-expo maak je kennis met deze verhalen en met een Ethiopisch koffieritueel.’
Wat valt er verder nog te ontdekken in het Snijders&Rockoxhuis?
‘Antwerpen geniet wereldwijde faam omwille van haar huizen uit de 16de en 17de eeuw. Samen vertellen ze het verhaal van de renaissance en de barok in Antwerpen. Ons museum bevindt zich in twee van die historische woningen. De vaste collectie in het museum draait rond de bewoners van de historische panden: Frans Snijders en Nicolaas Rockox. Naast de koffie-expo, vind je bij ons ook een vaste collectie uit deze periode. Daarnaast loopt er een tentoonstelling rond hedendaagse kant geïnspireerd op oude kant, waarvoor we samenwerken met het Modemuseum.
Rockox was enorm belangrijk voor Antwerpen. Hij was negen jaar buitenburgemeester, waarmee hij verantwoordelijk was voor de handel en buitenlandse contacten. Daarnaast was hij een belangrijke mecenas, onder meer voor Rubens. Rubens was niet enkel schilder. Hij was ook ondernemer en had op een bepaald moment zo’n honderd mensen in dienst. Een van zijn voornaamste medewerkers was Frans Snijders, die naast Nicolaas Rockox woonde. Snijders schilderde vooral stillevens, dieren en jacht- en markttaferelen.’
‘De eerste Europese koffiehuizen doken op in Venetië, waar het concept al snel aansloeg. Koffie was een echt luxeproduct.’
Dronken Rockox en Rubens koffie?
‘Waarschijnlijk niet. De koffieplant is in de 11de eeuw ontdekt in Ethiopië, in het toenmalige koninkrijk Kaffa. Men at de bittere bessen vers en gedroogd, wat opwekkend werkte, als een soort drug. Van het gegiste vruchtvlees maakte men wijn. Koffie brouwde men toen nog niet. Het waren de Arabieren die in de 15de eeuw voor het eerst de pitten van koffiebessen brandden om er drank van te maken. Zij wilden een monopolie op koffie, maar dat is niet gelukt. De zwarte drank verspreidde zich al snel in de moslimlanden, waaronder Perzië, Syrië, Egypte en Turkije.
Rond het einde van de 16de eeuw introduceerden Egyptische en Arabische handelaars de koffieboon in West-Europa. De havenstad Mokka in Jemen vormde twee eeuwen lang de draaischijf voor de koffie-export. Vandaar dus de benaming mokkakoffie.
Het zou tot na 1650 duren voor koffie haar weg vond naar de Nederlanden. Op dat moment was Rockox al overleden en we hebben geen bewijzen dat hij reizen zou gemaakt hebben naar gebieden waar men toen al koffie dronk. Ook van Rubens is niet bekend dat hij koffie dronk. In de tijd van Rockox en Rubens waren er wel tavernes in Antwerpen waar men thee en wijn schonk. De vader van Frans Snijders had trouwens een wijntaverne op de plek waar nu de Boerentoren staat. Die lag heel strategisch tussen de Meir, waar men heel wat markten organiseerde, en de Scheldekaaien, waar visverkopers hun kramen uitstalden.’
Hoe reageerde men in Europa op deze exotische, nieuwe drank?
‘De eerste koffiehuizen doken op in Venetië, waar het concept al snel aansloeg. Later volgde Londen. De 17de-eeuwse Britse filosoof Francis Bacon verbaasde zich over deze drank op basis van de pitten van bessen en schrijft dat handelaren volop probeerden om het product aan de man te brengen. Dat lukte: in 1715 waren er al drieduizend koffiehuizen in Engeland. Koffie was een luxeproduct. In het begin was het ook een typische mannenaangelegenheid. Gegoede mannen gingen naar de koffiehuizen om er zaken te bespreken en handel te drijven. Pas later begaven ook welgestelde vrouwen zich naar de koffiehuizen en vanaf het einde van de 17de eeuw vond koffie haar weg naar privéhuizen, waar de drank geschonken werd in zilveren, decoratieve kannen.’
‘De haven speelde een grote rol bij de verdeling van koffie. Antwerpen was een van de belangrijkste havens ter wereld en vormde een draaischijf voor nieuwigheden uit alle windhoeken: peper, goud en ivoor uit West-Afrika, specerijen uit Azië, rietsuiker van de Canarische Eilanden, cacaobonen uit Zuid-Amerika. Maar ook bijvoorbeeld papegaaien uit Bolivië. De dieren zaten in grote kooien aan de kaaien en werden vooral gekocht door vorstenhuizen, als relatiegeschenk.’
‘De sfeer in de Weense koffiehuizen is ongelofelijk: de obers dragen er een soort pandjesjas en bij momenten word je op live pianomuziek getrakteerd.’
Drink je zelf graag koffie?
‘Ik ben pas op mijn veertigste koffie beginnen drinken. Ondertussen kan ik die drank niet meer wegdenken uit mijn leven. De vlam sloeg over in koffiehuizen in Wenen, waar ik vaak kom. Daar leerde ik de Wienermelange en de Kapuziner kennen. De sfeer in de Weense koffiehuizen is ongelooflijk: de obers dragen er een soort pitteleer (pandjesjas) en bij momenten word je er op live pianomuziek getrakteerd. In Wenen ontstond de koffiecultuur in de tweede helft van de 17de eeuw. Daar bestaat een mooie mythe rond: in 1663 verdreef men er de Ottomanen, die halsoverkop vluchtten. Hun kamelen namen ze mee, maar de koffie lieten ze achter. De Weners dachten dat de koffie voer voor de kamelen was en verbrandden de bessen. Zo zouden ze volgens de mythe koffie ontdekt hebben.’
Koffiestories, een project van CAG, in het kader van het project Zuidreis, loopt van 15 oktober 2021 tot 6 maart 2022 in het Snijders&Rockoxhuis, Keizerstraat 10, 2000 Antwerpen.